Men gaat op reis om thuis te komen.

Lin Yutang

Is het al voorbij?

Mag je al evalueren als iets nog niet voorbij is? Ik denk het wel. De pandemie bijvoorbeeld. Weten we al of ‘ie voorbij is? Nee dacht ik. Wat we wel weten is dat we niet willen dat alles wordt als vanouds. We willen behouden wat beter is geworden; we willen de betere balans tussen productieve uren en reistijd, effectieve vergaderingen die op tijd beginnen, minder lummeltijd, we willen meer aandacht voor ons gezin, we willen uitgebreid blijven koken en we willen die cursus Spaans kunnen doen in onze eigen tijd. 

Mag je al evalueren als iets nog niet voorbij is?

Tegelijkertijd; pré-Corona waren dingen ook best goed. We konden gaan en staan waar we wilden, ontmoeten wie we wilden en als daar onverhoopt ongelukken van kwamen was er altijd wel een ziekenhuisbed beschikbaar. Jongeren konden zich ongeremd verhouden tot elkaar en zich daardoor optimaal ontwikkelen.

Dus ja, wat wil je nou behouden en wat kan overboord? En is het kies om die vraag te stellen als ‘het’ nog niet voorbij is? En als we individueel het antwoord op deze vraag zelf al denken te weten, hoe delen we dat dan in ons team? Veel vragen.

Een sprintje trekken

Die vragen stellen past binnen the agile way of working. Kort-cyclisch evalueren past nota bene heel goed bij onze jongeren; ze groeien ermee op, het past bij hun snelheid en bij hun compacte spanningsboog. Doing twice the work in half the time spreekt hen aan. Mij trouwens ook.

De scrum-cyclus van sprintjes trekken; ‘start – plan – voortgang – resultaat – evaluatie – plan –‘ is prettig en behapbaar voor alle generaties in het bedrijfsleven. Het is een grondhouding die zowel fysiek als online kan bestaan. Altijd draagt het bij aan teamontwikkeling, omdat het kort-cyclisch de gemeenschappelijke (deel) doelen in het oog houdt en evalueert.

Clubhuis

Meer en meer grote bedrijven richten zich in als verzamelplaats voor speciale ontmoetingen, als een soort clubhuis voor als je elkaar echt in de ogen wilt kijken. Dat hoeft echt niet elke dag en ook echt niet altijd fysiek. Teams maken steeds meer gebruik van technische faciliteiten om elkaar online op te zoeken; voor de dagdagelijkse gang van zaken, en dus ook voor kort-cyclisch evalueren. Voor jongeren is dit normaal geworden. “Je bent echt de Sjaak als je zegt Ik baal van digitaal”, zei mijn oudste, twintiger, laatst. Het idee van een clubhuisontmoeting spreekt hem aan, met name als er gesproken moet worden over fundamentele zaken als hoe willen we werken en leven in de samenleving mét of ná Corona?

Samenleving 2.0

Ons dagelijks bestaan staat bol van dergelijke vragen in het kader van samenleving 2.0. Jongeren hebben het afgelopen jaar veel thuis gezeten en dus veel gemist. Tegelijkertijd heeft de afgelopen periode hen ook verrijkt met fundamentele thema’s als solidariteit, rechtvaardigheid, veerkracht. Dit hebben ze gemeen en ze weten elkaar op die gemeenschappelijkheid te vinden, zowel in het clubhuis als via Teams. En dat is hard nodig als we een samenleving 2.0 willen gaan vormen.

Komt wel goed

Kort-cyclisch evalueren, sprintjes trekken via Teams, het kan; daar komen mooie dingen van. Vasthouden dus. Ik gun de jongeren ook hun clubhuis, hun korte spanningsboog, hun work-life balans. Ik gun hen de vraag: Is het al voorbij? Wat behouden we en wat kan weg, op weg naar een nieuwe samenleving? Laat maar aan hen over; komt wel goed.