Wie stopt met beter te worden, stopt met goed te zijn.

Of er dwars doorheen?

Ik merk dat in tijden van crisis (daar zijn we weer…) dit gezegde hoop geeft. Prettig is ook dat er een coachingsmethodiek is die handen en voeten geeft aan dit gezegde: de oplossingsgerichte methode.

De oplossingsgerichte methode is erop gericht om haakjes te vinden die ervoor zorgen dat een geformuleerd doel gehaald gaat worden. De wondervraag staat centraal in deze methode en maakt dat de coachee zichzelf plaatst in een situatie, nadat de coaching is afgelopen.

Wat zou u morgenochtend als eerste merken als er een wonder is gebeurd?, is een vraag waarmee de oplossingsgerichte methode start. De vraagstelling daarna is erop gericht om  oplossingen te vinden die de coachee brengt waar hij of zij wil zijn. Verder met de vraag: Wat was tot nu tot nuttig? Wat heeft op dit moment al een beetje weg van dat wonder? Daarna inschalen van de verbetering die gerealiseerd kan worden, de motivatie die de coachee heeft om ermee aan de slag te gaan en het vertrouwen dat het probleem kan worden opgelost.

Een mooi blauw stappenplan, met ruimte om te dromen.

Het lijkt dat deze methode (ontwikkeld door De Shazer, Berg en collega’s) haar tijd mee heeft. Ik voel daar wel in mee. Principes van de oplossingsgerichte methode zijn:

  • zien en doen zijn belangrijk
  • oplossingen ontwerpen is essentieel
  • motivatie wordt gezocht en gebruikt
  • toekomst is belangrijk 
  • het probleem is nooit altijd
  • benodigde hulpbronnen zijn altijd  aanwezig.

Dit zijn  principes die hoop geven in crisistijden. Soms een strohalm. Het is mijn ervaring dat je samen met een optimistische houding van je coach een eind kan komen.

Eén kanttekening: uitgangspunt van de oplossingsgerichte methode is ook dat de coach wordt geacht HET ook niet te weten. Tja, denk ik dan, wat heb
je daaraan, als je als coachee geen idee hebt of je linksom of rechtsom moet; door die muur dan maar?
De vraag is hoeveel optimisme daarvoor nodig is.